info-steel-65

bereikt de koker een maximale dikte van 1 meter ter hoogte van de steunpunten, wat extreem dun is voor een overspanning van 100 meter.” Aan weerszijden van de Maas vloeien de uitein- den van de dragende koker over in steunele- menten die symmetrisch in de bodem verankerd zijn via zware betonnen funderingen. “We hebben deze steunelementen tevens opgevat als trappen die de passerelles rechtstreeks verbin- den met de kades, wat de lengte van het voet- gangerstraject aanzienlijk verkort. Bovendien zijn er zijdelingse goten geïnstalleerd om fietsen op en af de brug te kunnen dragen.” De draag- constructie bestaat uit S355- en S460-staal, met een maximale plaatdikte van 80 mm. In het midden is het brugdek ongeveer 6 meter breed, met hellingbanen van circa 4 meter en trappen van 2 meter breed. Het bestaat uit een exotische houtbekleding met antislipafwerking. Het traject van de centrale koker wordt gemar- keerd door rvs-platen die ruwweg in het hout geïntegreerd zijn. De balustrades bestaan uit een vakwerk met een inoxraster en een houten leuning. Dit draagt bij tot de transparente uitstraling van qui, pour une travée de 100 m, est extrêmement fin ». De part et d’autre de la Meuse, les extré- mités du caisson porteur se muent en béquilles ancrées symétriquement dans le sol via de lourdes fondations en béton. « Nous avons pu nous servir de ces béquilles comme rampes d’es- caliers en liaison directe avec les quais, ce qui permet de raccourcir sensiblement la longueur du cheminement pour les piétons. Des goulottes ont été également prévues pour permettre d’em- porter son vélo dans les escaliers. » La structure porteuse en acier a été réalisée en acier S355 et S460, avec une épaisseur maximale de tôle de 80 mm. A mi-travée, le tablier fait environ 6 m de large, pour environ 4 m au niveau des rampes et 2 m pour les escaliers. Il consiste en un revête- ment en bois exotique traité antidérapant. On y distingue la trace du caisson central qui y est marquée par des tôles en acier inoxydable scellées dans le bois et défoncées pour être rendues très rugueuses. Les garde-corps sont constitués d’un treillis en mailles d’inox avec main courante en bois, le tout participant à 55