Aan de grondslag van dit kunstwerk, dat zich als een web over de gevel van een school uitstrekt, is een reeks digitale ‘blobsculpturen’: organische computer gegenereerde vormen die de rigiditeit en immobiliteit van de architecturale constructie bevragen. Deze spanning tussen ‘blobs en boxes’ is een constante in het oeuvre van de kunstenaar.
Op deze wijze ontstaat een tekening die refereert aan een klimopstructuur die organisch over het gebouw lijkt te ‘groeien’. De kunstenaar wou de gevel aantrekkelijker maken, zodat voorbijgangers vanaf de straatkant geprikkeld en nieuwsgierig zijn naar wat er zich binnen in het gebouw afspeelt.
Het ontwerp werd gemonteerd op de gevel van de trappenhal die reeds bezet is met een groene crepie en voorzien van montagepunten. Hierop worden de grotendeels voorgemonteerde plaatdelen uit weervast staal (‘corten’) geschroefd. De constructie werd op een effectieve manier te voorzien van LED-belichting.