De opdracht bestond in de reorganisatie van een geklasseerd gotisch huis (1530) en de verbouwing van het achterhuis. In het nieuwe opzet werd de muur op de eerste twee verdiepingen vervangen door een open structuur die de moerbalken opvangt en de trappen draagt.
Voor deze nieuwe, 12 m hoge trappenpartij werd een driedimensionele lijnstructuur ontworpen. Wand en treden zitten onderling vervlochten. De verschillende treden lussen door naar elkaar of blijven net onafhankelijk.
Aldus krijgt de vroegere, zeer donkere traphal een lichtpercolator die zacht gefilterd licht verspreidt over alle verdiepingen en ontstaat een fijnmazig net waarin objecten een plaats kunnen vinden. De volledige structuur werd volledig 3D ontworpen en ook steeds 3D digitaal gecommuniceerd tussen de partijen.